maandag 13 september 2010

Revisione

-Siena is echt gezellig, klein en overal kom je medestudenten van de taalcursus tegen
-Mijn harp zit ondertussen vast in een depot in Milaan maar tranquillo e, dat komt nog wel in orde volgende week
-De tijd gaat veeel te snel: les,cultuur, sociaal zijn,… ik moet er wel op letten dat het geen opgave wordt (en wanneer ga ik harp spelen als die eindelijk eens hier geraakt?...)
-Onmogelijk om deze maand iedereen te leren kennen maar met sommige mensen is er toch al wel een band. Zeker met de Belgische meisjes is het alsof we elkaar al jaren kennen.  
-Het is hier ook wel een beetje vriendjes kiezen( zo van ‘o we kennen nog niemand die naar Milaan gaat en dat kan wel handig zijn als we daar eens een slaapplaats nodig hebben, zoeken we iemand leuk uit die daar gaat studeren om eens mee te praten?’)
-Deze blog is de enige manier om de tijd even stil te zetten en alles te overlopen anders ga ik op het einde van de maand enkel wat chaotische beelden overhouden
 -Tijdens nadenken over juiste woorden voor deze blog merk ik soms dat er al eens een Italiaans woord naar boven schiet, jeuj!

La Dolce Vita op grote snelheid

De dagen zitten hier overvol en vliegen voorbij. De taallessen die elke dag om 9 uur beginnen zorgen voor de enige structuur. Het niveau is echt perfect voor mij en gelukkig is er genoeg afwisseling tussen grammatica en luchtige gesprekjes. Als voorbeeldige scholiertjes stappen we elke dag van de stad naar de universiteit (half uurtje)  en proberen we ondertussen al hakkelend ons gloednieuwe Italiaans op elkaar uit.

Na een lange middagpauze in de tuin van Julie (die in een Toscaanse villa woont ipv een kot in de stad) starten op maandag de eerste cultuurlessen van de sympatieke  prof. Falassi. Al snel wordt het duidelijk dat het ipv antropologische of historische analyses vooral reclame voor Italië zal zijn. Uitgebreid beeldmateriaal van Toscaanse zonsondergangen, scheve torens en veel Verdi en Vivaldi, die trots van de Italianen voor hun land is toch iets apart.

Dinsdagmiddag eten we voor het eerst in de ‘Mensa’,  de Alma van Siena die op alle vlakken de Leuvense versie overtreft. Voor 2,5 euro geniet je er van een 3 gangenmenu in een historische refter met panoramisch uitzicht. Prof Falassi leert ons in de namiddag over de echtheid van een of andere Jamesbondfilm die zich blijkbaar even in Siena afspeeld door de snel gemonteerde beelden te commentariëren met “vero! … falso!… vero! …falso, no vero….falso …aaah morte!”.  Zware materie en veel blokwerk dus…
’s Avonds vieren we de verjaardag van Tania (Portugese en vanaf nu 21)  met wijn, ballonnen en openluchtfuif in de straat. Feesten op de straat kunnen ze hier wel in Italië

Woensdagochtend: Il Grande Mercato Molto Presto! Veel te vroeg opstaan om perse de gigantische ochtendmarkt te bezoeken vóór de les. Maar het is wel de moeite want de kraampjes blijven komen en uiteindelijk zijn we te laat bij Olga, onze supergoeie insegnante.
Vandaag geen capriolen van Falassi in de namiddag dus tijd voor een siesta.
De Mensa zorgt op donderdagmiddag weer voor een overvolle maag en volgio di un cappuccino in Meetlifecafe. Als de Mensa de Alma is dan is het meetlifecafé zoiets als de werf. Maar dan met oneindig veel cafeïnevariaties en allemaal heel goedkoop. Omdat er nog veel te veel straatjes niet ontdekt zijn wandelen we daarna wat wazig rond langs een mysterieze bron, vintagewinkel, romantische steegjes,… Siena is echt onuitputbaar op dat vlak! ’s Avonds zetten we ons neer op ‘Il Campo’ (de grote markt) waar je elke avond wel een groepje erasmussers ziet zitten. In Duits-Frans gezelschap sluiten we de avond af op een concertje.

Vrijdagnamiddag heb ik wat nood aan rust en eenzaamheid en bezoek op m’n eentje de muziekschool (in historisch kasteeltje), de botanische tuin en de pinacotheek. Daar ben ik de enige bezoeker en al die prachtige devote taferelen zorgen soms echt voor kippenvel. 
Rond 20u is het tijd voor de Belgische avond in Julie haar huisje. Vrienden van Julie en  Eline zijn op tussenstop in  Siena en met z’n tienen koken we een Belgische spaghetti bolognaise. Als enige nietgent-student wordt het mij steeds moeilijker om aan het vree wijs te weerstaan. Maar weeral beleven we een supergezellige avond met veel te veel verhalen tot laat in de nacht en gelukkig kunnen we allemaal blijven slapen.    

Zaterdagvoormiddag hebben we eindelijk tijd om de Duomo vanbinnen te bezichtigen: kerkdecadentie van het hoogste niveau. Waar haalden die gekke Italianen al dat geld toch vandaan om god op zo’n manier te vereren? (Maar tis wel eel schoon natuurlijk)
Om 14u staat er een bus op ons te wachten voor een gratis excursie naar San Geminiano, een lieflijk historisch dorpje, zo zoet als un gelato, zo toeristisch als een ambachtelijke mercato.
Met wat Grieken en een Franse drinken we ’s avonds nog een cocktail in de gezellige Bella Vista bar.

Zondagmorgen mis ik bijna de bus  naar de zee.  Na een rit van bijna 2 uur door het onvoorstelbaar mooie Toscaanse landschap worden we  afgezet aan het zandstrand dat er rustig bijligt: Castiglione della Pescaia. De zee is er blauw en het water warm. Ideaal voor  een zalig dagje zwemmen, slapen en Italiaanse woordjes. ’s Avonds overal zand en tijd voor mijn blog.

maandag 6 september 2010

Sono arrivata a Siena!


Als een handige inleiding op dit erasmusavontuur  vertrek ik woensdag 1 september  naar Siena voor een ‘EILC’ (Erasmus intensive language course).
In een soort rare vakantiestemming kom ik aan op de luchthaven van Pisa en reis per trein verder. Dat verloopt allemaal heel vlotjes en een boete van 5  euro voor het niet zelf afstempelen van mijn treinkaartje met gratis meelevende-met-de-domme toeristen-blik van de conducteur zorgt voor het enige avontuur.
Siena verwelkomt mij en mijn valies met warmte, massa’s toeristen en smalle historische steegjes. De stad doet mij een beetje denken aan Brugge omdat elk gebouw minstens 500 jaar oud lijkt te zijn en elke winkel lokale specialiteiten verkoopt. Voor wc-papier en choco ga ik dus lang moeten zoeken.
Mijn appartementje vind ik terug op gezellig pleintje helemaal in het centrum in oud gebouw met enorme houten deur.  Vanbinnen is het modern en helemaal in orde en de vriendelijke huisbazin leidt mij rond met haar duidelijkste Italiaans, verstaan lukt wel, maar antwoorden gaat alleen met si si, comprendo, bene grazie….

Donderdagmorgen begint de taalcursus.   Blijkbaar zie ik er heel Belgisch uit want  aan de ingang van de ‘Università per Stranieri’ word ik meteen herkend als landgenoot door een meisje, Julie, uit Gent.  In een enorme aula vol studenten uit heel Europa (200 ofzo) krijgen we een uitgebreide  Italiaans test voorgeschoteld om ons in te delen per niveau. Veel gokken en zoeken naar wat overschotjes kennis Latijn om er het beste van te maken. 
Donderdagnamiddag eerste werk: Italiaanse simkaart kopen en Siena verkennen. ‘s Avonds eten we onze eerste pizza op een pleintje met de Belgen (we zijn al met 3) en Steffi, mijn kamergenootje uit Oostenrijk. Daarna  nog wat op internet op datzelfde pleintje: in heel de stad zijn er blijkbaar gratis wifipunten. Het is wel grappig om zo buiten met onze laptop op die eeuwenoude stenen te zitten, zeker wanneer een Italiaanse barman ons hierbij trakteert met een degustivo en veel melancholiek over hoeveel beter het was in Siena 10 jaar geleden.

Vrijdagmiddag zijn we helemaal klaar voor onze eerste echte les. Ik zit in het 3de niveau (van de 6) .  We beginnen meteen met Italiaanse conversaties en zullen toch wat moeten studeren in het weekend om helemaal mee te zijn. ’s Avonds  maken we er een Belgische avond van (we zijn al met 4) op mijn appartementje met lekker eten en wilde plannen voor de komende maand.

Zaterdagvoormiddag ontdek ik samen met Julie ‘Orto di Pecchi’: een idyllisch parkje dicht bij het centrum met een soort van kinderboerderij en vooral heel veel rust en zacht gras om even aan al die toeristische drukte te ontsnappen.
In de namiddag heeft de EILC cursus een rondleiding in Siena voor ons georganiseerd. Klinkt allemaal heel mooi  maar de gids praat alleen maar over zichzelf  dus komen we eigenlijk niets te weten over de stad. Gelukkig leren we tijdens al die dramatische zelfanalyses van de gids wel andere leuke studenten kennen uit Portugal en Letland. Met hen koken we ’s avonds en gaan we naar een Italiaanse openluchtfuif waar we een Italiaan ontmoeten die op Erasmus vertrekt naar de exotische wereldstad Mechelen.

Zondagmorgen  proberen we zelf dan maar te ontdekken wat we hier allemaal moeten bezoeken, want die gids zaterdag was niet echt een hulp. Er is echt een hele waslijst aan kerken, gebouwen en musea die blijkbaar allemaal echt de moeite zijn. Maar das voor later want deze namiddag trekken we terug naar het lieflijke parkje voor een leuke Belgisch-Lets-Portugese picknick met Italiaanse grammatica als afsluiter.